Angsten

Angst wordt omschreven als een gevoel van bedreiging, optredend bij een naderend gevaar, waaraan men niet kan ontsnappen. Eigenlijk is de belevenis geen gevoel, maar een stemming. Zoals men somber, blij, verdrietig, opgewekt of depressief kan zijn, kan men ook angstig gestemd zijn. Angst is niet gericht op iets bepaalds, juist het onbestemde ervan maakt het tot een kwellende ervaring. Wanneer we bang zijn voor iets bepaalds, spreken we van vrees. Vrees is wel een gevoel, angst meer een stemming. We worden angstig wanneer we iemand die ons dierbaar is dreigen te verliezen. Schuldgevoel is verbonden met de vrees te worden veroordeeld; met schaamte: de vrees te worden uitgelachen. Wanneer de ervaring onbestemd is, dan ontstaat de angst te worden veroordeeld of te worden uitgelachen. De volgende angsten staan centraal in de angststoornissen:

Angst voor bedreiging van het leven, angst voor pijn.

  • Angst voor verlies van mensen die dierbaar zijn.
  • Angst te worden veroordeeld, ook door onszelf.
  • Angst te worden uitgelachen.
  • Angst voor desintegratie.

Met desintegratie bedoelen we de situatie die ontstaat wanneer iemand het contact met de realiteit uit het oog aan het verliezen is.
Eigenlijk kan men alle angsten terugvoeren op de angst voor de dood of voor de pijn.Mensen die ons lief zijn, beschermen ons tegen de dood of pijn. Veroordeeld of uitgelachen worden zou verlies van deze bescherming kunnen betekenen.

Angst is een buitengewoon kwellende ervaring, die kan overgaan in een paniektoestand, waarin we door angst overspoeld worden en ons zelf niet meer in de hand hebben. Het vermijden van angst is een sterke drijfveer om te voorkomen dat bepaalde verboden impulsen tot bewustzijn komen. Angst is, zoals bovenstaande laat zien, een zeer veel voorkomend en normaal verschijnsel. Echter, het kan zodanige vormen aannemen, dat een persoon er door gekweld wordt, er veel last van heeft of er ernstig door wordt gehinderd. Dit is meestal de reden hulp te zoeken.

Categorieën

Angststoornissen zijn te onderscheiden in de volgende categorieën

  • Paniekstoornis met agorafobie.
  • Paniekstoornis zonder agorafobie.
  • Agorafobie zonder een geschiedenis van paniekaanvallen.
  • Sociale fobie.
  • Enkelvoudige fobie (bijvoorbeeld spinnen, claustrofobie).
  • Post-traumatische stressstoornis na een ernstig trauma (PTSS).

Wanneer we hierover spreken is er sprake van irrationele en buitensporige angst, of van tobben, vermijdingsgedrag of verhoogde prikkelbaarheid, die niet zijn toe te schrijven aan een psychotische stoornis (waarbij het contact met de realiteit verloren is gegaan). Daarnaast dienen lichamelijke oorzaken van angst te zijn uitgestoten. Wanneer deze kenmerken aanwezig zijn, spreken we van een angststoornis. Angst….. Iedereen heeft angst, “normale”angst.Normaliter is angst een aanpassingsreactie op een uitzonderlijke situatie of gebeurtenis die u als naar of pijnlijk ervaart, zoals b.v. een sterfgeval of een echtscheiding. Iemand die nooit angst voelt, toont een zekere mate van ongevoeligheid tegenover anderen en zichzelf. Het zal hem/haar ook enigermate ontbreken aan enerzijds daadkracht en prestatievermogen en anderzijds aan voorzichtigheid en bedachtzaamheid. Angst brengt ons lichaam en geest in staat van paraatheid om een gevaar echt of denkbeeldig het hoofd te bieden.

Verschijnselen – hoe uit een buitensporige angst zich?

Buitensporige angst uit zich in aanhoudende psychische en lichamelijke verschijnselen.

Psychische verschijnselen

Buitensporige of “onwerkelijke” angst gaat samen met bange voorgevoelens, een gevoel van bezorgdheid, onbehagen, vrees, nervositeit, ongeduld, spanning, onrust of zelfs paniek. In het uiterste geval kan angst voor de dood, om gek te worden of de controle te verliezen iemands gedachtenwereld gaan overheersen.

Lichamelijke verschijnselen

De lichamelijke verschijnselen kunnen voelbaar zijn in verschillende organen:
Hart en longen; kortademigheid, beklemming op de borst, hartkloppingen, versnelde hartslag en/of een gevoel van benauwdheid/verstikking.

  • Spieren; pijn, gespannenheid, beven, trillen, rillen, rusteloosheid.
  • Spijsverteringskanaal; onaangenaam gevoel in de maagstreek of buik, krampen, diarree, misselijkheid, droge mond, moeite om te slikken en/of een brok in de keel.
  • Zenuwstelsel; hoofdpijn, duizeligheid enlof een slap gevoel, slaapstoornissen, concentratieproblemen en/of licht gevoel in het hoofd.

Andere mogelijke verschijnselen

Koude klamme handen, zweten, jeuk, afwisselend warm en koud, vaak plassen, slecht tegen harde geluiden of fel licht kunnen, op scherp staan, alles in de gaten moeten houden, schrikachtig, “niets meer weten”, moeite met inslapen/doorslapen en prikkelbaarheid. Een aantal van bovengenoemde klachten kan ook als een symptoom van andere stoornissen optreden, zoals bijv. cafeïne-vergiftiging of een verhoogde schildklierwerking. Ondanks het feit dat een angststoornis zich doorgaans zal kenmerken door een combinatie van bovenstaande klachten, dient altijd eerst een arts lichamelijke oorzaken uit te sluiten.

Saboterende angst

Terwijl “normale” angst nuttig is, kan “abnormale” angst ons gedrag zodanig beïnvloeden dat we soms bepaalde situaties, die in feite ongevaarlijk zijn, gaan mijden of ontvluchten. Is dit gedrag gekoppeld aan een hevige en aanhoudende vrees voor specifieke situaties, dingen of mensen dan spreken we van een fobie. Zo kan men bij contacten met anderen dermate verlegen, onhandig en / of vol schaamte zijn, dat een totale verkramping ontstaat. Een aantal fobieën bij elkaar zorgen voor een algemene of “vrij folterende angst’, waarvan de bron voor de persoon zelf vaag en onbekend blijft.

Maar ook “normale” angst, zoals die verbonden aan een ziekte, kan een ondermijnende werking hebben. Denk aan een hartaanval die voor het eerst optreedt of aan kanker die zich langzaam ontwikkelt. Terwijl de angst dat er op een eerste hartinfarct meer zullen volgen logisch is, kan deze het ziekteverloop ongunstig beïnvloeden. Bij een zich langzaam voortschrijdende aandoening als kanker heeft angst eveneens een schadelijke werking. Concluderend kan worden gesteld dat het er niet om gaat of uw angst “abnormaal” of “normaal” is, maar om er iets aan te doen. Wat telt is dat u er onder lijdt en er schade van ondervindt. In deze gevallen is het raadzaam dat u zich wendt tot een hulpverlener of arts.

Omgaan met angst

In alle gevallen is het van belang het feit te aanvaarden dat u angst voelt. Acceptatie betekent echter niet dat u bij de pakken neer hoeft te zitten. Neen, dit betekent een realistische erkenning van het gegeven bang te zijn en is het begin om uw “ontspoorde” geest weer op de rails te krijgen. Zoek indien nodig hulp, iemand die u leert op een productieve manier te voelen, te denken en te doen met betrekking tot uw tegenslagen van alledag!

Wanneer u inmiddels te angstig bent geworden is het een goede zaak dat u aan uw arts vraagt tijdelijk een kalmeringsmiddel voor te schrijven om de ergste angst te dempen, zodat u doeltreffend aan uzelf kunt werken. Omdat een dergelijk middel de oorzaak of oorzaken van uw angst niet weg kan nemen is het geen medicijn in de ware zin des woords. Een kalmeringsmiddel geneest dus niet maar kan u slechts ondersteunen bij het leren genezen van uw emotionele “wonden”.

Scroll naar boven